In de tentoonstelling Private Intimacy is Phoebe Maas (1970) meer dan voorheen ‘op de huid’ van haar personages gaan zitten.
Maas laat hier een tere, welhaast transparante kwetsbaarheid zien, die nog eens versterkt wordt doordat ze met zo fel mogelijk daglicht is gaan werken. Niet mooier gemaakt, maar juist recht voor zijn raap.
De wijze waarop Maas haar modellen neerzet geeft hen een bijna sculpturale massa. Dit roept een soort van ongemakkelijke intimiteit op waarin verstilling en tonaliteit centraal staan. Elke foto kan daarom gezien worden als een bekroning van een lang creatieproces.
Opmerkelijk blijft dat Phoebe Maas met haar gedetailleerde beelden steeds opnieuw de nieuwsgierigheid weet te wekken, juist door de verrassende invalshoeken van waaruit ze fotografeert. Hierdoor dwingt ze de toeschouwer tot kijken.
Maar het is niet alleen de steeds andere kijk op haar onderwerpen waardoor de foto’s overtuigen. Het nadrukkelijke gebruik van kleur, textuur en gelaagdheid, verraden ook haar oog voor de schilderkunst