Toen werd bekend gemaakt dat het Eurovisie Songfestival in Rotterdam gehouden zou worden, maakte Kim van Norren’s hart een sprongetje. Het was het startsein voor de tentoonstelling; ‘We are the heroes of our time, Eurovision Songfestival, our guilty pleasure’. Het songfestival als internationaal en politiek evenement, plus de prachtige liedjes die daaruit voortgekomen zijn, functioneerden als rijke voedingsbodem waaruit een grote variatie aan schilderijen tot stand kon komen. Wanneer je de winnende nummers door de jaren heen achter elkaar zet, krijg je een heel wonderlijk maar toch consistent beeld. Luchtige niemendalletjes en amoureuze chansons wisselen elkaar zonder knipperen van de ogen af.
Songfestival liedjes hebben de neiging hun weg ‘naar binnen’ te vinden. Wanneer er een bijzonder liedje naar voren komt ontwikkelt zich dat door de tijd heen; het wordt een nummer waar een wereld onder en achter schuilt; die van onderling verbonden muziek zoals die zich in de mens kan nestelen. ‘Waterloo’ uit 1974 van ABBA is onmiskenbaar fantastische muziek waarin een wereld opdoemt die getuigt van hoe de mensheid op lichtvoetige wijze, haar tegenslagen verwerkt. Het luchtige muzikale karakter geeft ruimte aan een diepere overdenking en zo kon ‘Waterloo’ door de tijd heen een nummer worden dat iets wezenlijks vertelt over de overlevingskracht van de mens.
In de ellende van dit pandemisch jaar was het atelier voor Kim van Norren de ‘luxe retraite’ van de quarantaine. In de stilte van het atelier klonken de songfestival liedjes als cherubijntjes. Ze zetten de deur naar de diepste menselijke emoties wijd open en boden perspectief op wat er na de neergang komt: de weg naar boven. Tijdens het schilderen waren twee eigenschappen leidend: het moest ‘over-de-top’ zijn en elk doek moest een ‘winnaar’ zijn.
Het schilderij ‘Finally facing my waterloo’ kende dan ook verschillende stadia; het begon als een overwegend grafisch compositie met ingetogen kleurpalet: verschillende tinten lichtgeel, roze en voorzichtig turquoise. Op een gegeven moment vochten de kleuren elkaar de tent uit; kanariegeel worstelde met zuurstokroze en een knallende variant van turquoise overschreeuwde het geheel. Het was een songfestival-waardig proces in het atelier, dat eindigde met een samenvoegen van uitersten tot een uitgebalanceerde compositie die onderstreept werd met een flinke portie goud-glitter. ‘Waterloo’ is namelijk ook echt ‘mijn Waterloo’, aldus van Norren; ‘in het schilderen zijn geen compromissen mogelijk.’
‘We are the heroes of our time’ bestaat uit 20 schilderijen met gedenkwaardige Songfestivaltitels vanaf 1965 tot en met 2021.
De schilderijen zijn ieder voorzien van een eigen QR code, die het mogelijk maakt om de bijbehorende Songfestival-optredens te bekijken. Beeldende kunst en muziek, en breder gezien; de kunsten, hebben bij uitstek de kwaliteit te laten zien dat er altijd iets moois na iets rampzaligs komt. Jeangu Macrooy heeft wat dat betreft de beste kaarten voor het songfestival dit jaar met zijn lied ‘Birth of a new age’; we zijn er namelijk aan toe: De wereld na Corona.
Kim van Norren’s heart skipped a beat on the announcement that the Eurovision Song Contest would take place in Rotterdam. It turned out to be the go-ahead of the exhibition; ‘We are the heroes of our time, Eurovision Song Contest, our guilty pleasure’. The Song contest with its specific international and political character, combined with the wonderful songs it generated, provided a rich breeding ground from which a great variety of paintings could come about. In lining up all winning songs throughout the years, a rather vague, yet consistent, picture emerges. Puff pieces alternate with enamoured chansons, without blinking an eye.
Song Contest songs tend to ‘find their way in’. On appearing, noteworthy songs gradually evolve into lyrical monuments that hold an alternate universe within; the reality of music and emotion intertwined, as it cradles in humankind. ABBA’s ‘Waterloo’ originates from 1974 and is an undeniable gem that presents us with a reality bearing witness of mankind’s agile manner of coping with misfortune. The light-hearted musical disposition offered space for reflection, empowering ‘Waterloo’ to become an example of vitality.
Pending this pandemic year’s misery, the studio turned out to be a luxury retreat within home confinement for Kim van Norren. Song Contest’s winning songs reverberated as angelic echoes in the isolation of the studio, opening the door to the darkest cavities of the human condition. This perspective on man’s downfall simultaneously offered the perspective of an exit strategy.
Regarding the creative process, two guiding principles prevailed: the painting had to be ‘over-the-top’ and every painting had to be ‘a champion’. Accordingly, the painting ‘Finally facing my Waterloo’ went through a variety of stages; starting out as a predominantly graphical composition in a modest colour palette, holding several shades of pale yellow, light pink and cautious turquoise. At a certain stage it was nothing more than an ordinary catfight, as flashy yellow wrestled candy pink and both were overruled by a smashing turquoise. It was a ‘Song-Contest-worthy-process’ that reached its apotheosis in a well-balanced assembly of extremes into a coherent composition underlined with just the right amount of gold-sparkle. ‘Waterloo’ actually turned out to be ‘my Waterloo’ thus said van Norren; ‘compromise finds no refuge in painting.’
“We are the heroes of our time’ consists of 20 paintings bearing memorable Song Contest-titles dating back as far as 1965. Each painting is accompanied by its own unique QR code enabling the spectator to simultaneously watch the corresponding Eurovision Song Contest performance. The visual arts and music, and art in a broad sense, particularly convey the message that there will be sunshine after the rain. In that respect, Jeangu Macrooy seems to have the best cards for this year’s Song Contest with his song ‘Birth of a new age’ as we all are ready and waiting for the Post-Corona era.