Sam Hersbach is gefascineerd door de wereld die ons omringt; door schijnbare trivialiteiten en verbanden van dingen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Aan het begin van zijn werkproces is er vaak één gedachte, die zich kan uitbreiden tot wel honderd.
Sociologische en technologische ontwikkelingen, vooral met onderliggende filosofische overwegingen, vormen de kern van zijn werk. Schilderen is een proces dat zijn gedachten verder filtert en ontwikkelt, en meestal tot een goed einde brengt. In de afgelopen twee jaar heeft Hersbach een flink aantal schilderijen gemaakt die dit proces weerspiegelen.
Verschillende series, diverse stijlen, abstractie, figuratie, realiteit en fantasie; zo groot is het oeuvre van de kunstenaar al, dat slechts een bepaalde selectie tegelijkertijd kan worden tentoongesteld.
Op deze manier kunnen zeer verschillende verhalen worden geconstrueerd en kunnen er verschillende stijlen worden benadrukt.
Soms zijn zijn doeken gelaagd, kleurrijk en complex in hun verhaal, met een allesomvattende ambitie die we herkennen van grote historische schilderijen. In andere, kleinschalige werken doet hij precies het tegenovergestelde en zoomt hij in op details, die zich op de één of andere manier hebben weten te isoleren en centraal hebben weten te stellen.
Hersbach staat als schilder op gespannen voet met de schilderkunst en de mythe eromheen. We vinden deze strijd en de verwerking ervan, terug in zijn schilderijen die oscilleren tussen ‘micro’ en ‘macro’. Zijn ‘bergschilderijen’ zijn romantisch en verhalen over het verlangen van een jonge Nederlander om hoge bergen te zien.
In zijn bij Cokkie Snoei getoonde serie doeken toont Hersbach een wereld waarin relatief kleine figuren zich begeven in bergachtige landschappen, lege theaterzalen en huizen, naast bijna overspoelde dijken. Hoewel op klein formaat, zijn de taferelen grootschalig. Veelal komen er enorme libelle-/mug-/vlinderachtige wezens in voor. Deze figuren zijn een voortzetting van de drone schilderijen van Hersbach. Maar nu is het de allesoverheersende natuur die rondvliegt, in plaats van bestuurbare drones.
(met dank aan Fabian Schöneich voor enkele tekstfragmenten).
Sam Hersbach, in his outlook and painting practice, is fascinated by the world that surrounds us, by its apparent trivialities and by correlations that at first glance do not appear to be connected. At the beginning of his process, there is often one thought which suddenly proliferates into a hundred.
Sociological and technological developments, especially with underlying philosophical considerations, form the core of his work. Painting is a process that filters and develops thoughts further, sometimes bringing them to a conclusion and over the last two years, Hersbach has created a sheer number of paintings that reflect this process.
Various series, different styles, abstractions, figurations, reality and fantasy: such is the scope of the artist’s oeuvre that only a selection can be exhibited at a time.
In this way, very different narratives can be constructed, and varying styles can be highlighted.
Sometimes his canvases are multi-layered, colourful and complex in their narrative, with an all-encompassing ambition that we recognise from great historical paintings. In other, smaller-scale works, he does exactly the opposite, zooming in on details that somehow have managed to isolate themselves and take centre stage.
Hersbach himself, as a painter, is always at odds with painting and the myth that surrounds it. We find this struggle and its processing in his paintings that oscillate between the micro and the macro. His mountain pictures, are almost romantic, telling of a young Dutchman’s longing to see high mountains.
In his series of canvases exhibited by Cokkie Snoei, Hersbach shows a world in which relatively small figures enter mountainous landscapes, empty theater halls and houses, next to dykes that are almost flooded.
Although small in size, the scenes are large-scale. Often there are enormous dragonfly-/mosquito-/butterfly-like creatures in it. These figures are a continuation of Hersbach’s drone paintings. But now it’s a all overpowering nature flying around, instead of controllable drones.
(thanks to Fabian Schöneich for some text excerpts)
In haar tekeningen onderzoekt Marisa Rappard op intuïtieve wijze wat het betekent mens te zijn in onze huidige, fluïde wereld. Een wereld waarin technologie een steeds grotere plek inneemt in ons leven, waarin contact vluchtig is en er dagelijks een overvloedige hoeveelheid aan informatie aan je voorbijtrekt.
Bij Cokkie Snoei toont zij haar meest recente werk, een verfijnde reeks tekeningen in kleurpotlood. In deze tekeningen, die Rappard het afgelopen jaar maakte, reflecteert zij op het gevoel van vervreemding dat het online leven tijdens de Covid crisis bij haar opriep: de ervaring enkel contact te maken via een scherm en het gebrek aan echt, fysiek contact met de ander. Het zelf dat gefragmenteerd raakt door voortdurend van de ene online werkelijkheid in de andere te vallen.
Rappard vindt het fascinerend hoe de mens hoopvolle verwachtingen heeft van technologie en die haast religieuze of transcendente eigenschappen toekent, terwijl diezelfde technologie duidelijk een zeer alarmerende en duistere keerzijde heeft.
De figuren in haar tekeningen dwalen eenzaam door verdichte abstracte structuren en anonieme ruimtes die doen denken aan een spiegelpaleis. Zich herhalende silhouetten, reflecties en schaduwfiguren maken het lastig te onderscheiden welk zelf het ware is. Dat zelf houdt zich verborgen, is soms vervangen door platte figuren van bordkarton, maskers, of door zijn eigen schaduw, die zich ervan los lijkt te maken en zijn eigen weg gaat. Mensen worden omgeven door kleurrijke stromen aan lijnen en vlekken die hen omgeven en waarin ze worden opgenomen. Het is onduidelijk of de mens zijn redding vindt in deze stromen aan troostrijke kleuren of er juist verloren in raakt.
In deze nieuwe reeks zet Rappard recente ontwikkelingen in haar werk verder door. De figuratie komt terug en is prominenter aanwezig, vermengd met abstractie. Haar tekeningen ontstaan minder vanuit lijn en juist meer vanuit kleurrijke vlakken die abrupt in elkaar overgaan en die ze zo organiseert dat ze een verwarrend perspectivisch spel met elkaar aangaan. Daardoor ontstaat een gevoel van gelijktijdigheid: verschillende werkelijkheden en perspectieven bestaan in de tekeningen naast elkaar. Rappard ontleent hierbij beeldelementen aan het kubisme.
In her drawings, Marisa Rappard investigates intuitively what it means to be human in our current, fluid world in which technology intervenes lives, contact is ephemeral and overwhelming amounts of information flow past daily.
Her most recent body of work, on display at Cokkie Snoei, consists of refined drawings in coloured pencil. They were made over the past year and reflect on the sense of alienation caused by life taking place mainly online during the Covid crisis: the loss of real and tangible contact with the other. The dispersed sense of self skipping from one online reality into another.
Rappard is interested in how man places it’s hope in technology and confers it almost religious or transcendent characteristics, while at the same time this technology clearly has a most alarming and dark downside.
The figures in her drawings wander lonely through dense abstract structures and anonymous rooms, resembling a hall of mirrors. Iterations of reflections, silhouettes and shadow figures make it difficult to distinguish which is the true self. The self often remains concealed, at times replaced by cardboard-like figures, masks or by it’s own shadow, which seems to part from it. People are surrounded by colourful streams of lines, from which they emerge and in which they are absorbed. It is ambiguous whether man finds redemption in these abstract floods of comforting colours or rather disintegrates within them.
In these fresh new works Rappard takes recent developments in her work a step further. Figuration has re-entered her work in a more prominent way, merged with abstraction. Her drawings are less line-based and all the more organised around colourful shapes that collide abruptly and make up for a confusing play with perspectives. The sense of simultaneity she evokes in the way she constructs her images reminds of elements from cubism.