Trust in me, just in me
Shut your eyes and trust in me
Bovenstaande woorden komen uit het Junglebook-nummer ‘Trust in Me’, in 1987 gecoverd door post-punk band Siouxsie and the Banshees. In contrast met de originele Disney uitvoering is Siouxsie’s versie verleidelijker en gevaarlijker; ze fluistert ons sensueel toe, bezweert onze schroom en tracht ons te hypnotiseren. Ze verleidt ons tot overgave, om zo vervoering te vinden in een dromerige staat van zijn.
Koes Staassen neemt deze woorden als uitgangspunt voor zijn derde solo presentatie in de galerie: ‘trust in me’ refereert aan zijn artistieke proces; de uitnodiging aan vrienden om als model deel te nemen aan een vertrouwelijke sessie die uiteindelijk tot een tekening leidt.
De tentoonstelling bestaat uit verschillende benaderingen tot deze model-sessies en de lichamen die daarin figureren. In de voorste ruimte van de galerie maakt de precisie van eerdere tekeningen plaats voor levensgrote kleurpotloodtekeningen waarbij fermere gebaren centraal staan.
Staassen zoomt uit en laat daardoor meer zien van de situatie tijdens de sessie; in twee tekeningen zien we de kunstenaar als geest-achtige verschijning zijn modellen positioneren. De omgeving blijft ambigu; door niet te definiëren waar en wanneer de geheimzinnige scenes plaatsvinden, kan de toeschouwer zich de voorstelling meer toe-eigenen en zijn fantasie de vrije loop laten.
In de achterste ruimte van de galerie vinden we onder andere een verzameling kleinere tekeningen. Een aantal van deze tekeningen is in maart en april gemaakt tijdens de lockdown.
We zien een andere benadering tot het lichaam; Staassen werkte tijdens deze periode van isolatie namelijk uitsluitend naar aanleiding van videomateriaal opgenomen door één van zijn modellen. De beperking het lichaam alleen virtueel te kunnen zien heeft tot gevolg dat hij zijn model op papier transformeert tot sierlijke krullen en bogen in een poging het fysiek tastbaar te maken. Bij nadere inspectie zien we hoe het lichaam oplost in aandachtig maar venijnig lijnwerk; als een liefdevolle bondage waarbij het lichaam als object door snoeren op z’n plek gehouden wordt.
Voor het eerst laat Staassen ook fotoprints zien. Deze met krassen en inkten bewerkte foto’s laten een explicietere, meer gewelddadiger kant van verlangen zien. Het lichaam is hier niet opgebouwd uit zachte potloodstreken, het verschijnt niet in een uitgebalanceerde voorstelling maar moet zich staande houden te midden van de onstuimige toevoegingen die hij over het oppervlak van de foto plaatst.
Vertrouwend op de potentie en de kracht van het verlangen slaat Staassen met ‘trust in me’ nieuwe wegen in; expressiever, driftiger en fantastischer. Wild ingesnoerd, maar tegelijkertijd meer losgelaten.
Trust in me, just in me
Shut your eyes and trust in me
The words above come from the The Jungle Book song ‘Trust in me’, covered in 1987 by post-punk band Siouxsie and the Banshees. In contrast to the original Disney version, Siouxsie’s performance is more seductive and dangerous; she whispers to us sensually, casts away our hesitations and tries to hypnotize us. She leads us towards surrender, in order to find rapture in a dreamy state of being. Koes Staassen takes these words as the starting point for his third solo presentation in the gallery. ‘trust in me’ refers to Staassen’s artistic process, the invitation to his friends to participate as models in private sessions that eventually lead to drawing.
The exhibition consists of different approaches to these model sessions and the bodies that figure in them. In the front space of the gallery, the precision of earlier drawings gives way to life-size colored pencil drawings in which stronger gestures are central. By zooming out, Staassen shows more of the setting during the session; in two drawings we see the artist as apparition positioning his models. The surroundings stay ambiguous; by not defining where and when the mysterious scenes take place, the viewer can better inhabit the image and let their imagination run wild.
In the back room of the gallery we find, among other works, a collection of smaller drawings. A number of these drawings were made during the lockdown in March and April.
We see a different approach to the body; Staassen worked during this period of isolation exclusively in response to video material recorded by one of his models. The frustration of only being able to see the body virtually, leads Staassen to transform his model on paper into graceful curls and arches as a way of making the body tangible. On closer inspection, we see how the body dissolves in thoughtful but vicious linework as a loving bondage in which the body as an object is held in place by cords.
For the first time, Staassen is also showing photo prints. These photos, layered with scratches and inks, show a more explicit, more violent side of desire. Here, the body is not made up of soft pencil strokes; it does not appear in harmony with the image but instead must hold its own amidst the brazen additions he places across the surface of the photo.
Trusting in the potency of desire, Staassen tests new boundaries with ‘trust in me’; more striking, urgent and fantastical. Wildly laced, but at the same time unleashed.