Allard Budding, de nominalist
Een beetje schalks kijkt Allard Budding opzij naar Hare Majesteit. De Koningin kijkt geamuseerd lachend terug, zoveel als binnen het majesteitelijke decorum van waardigheid past. Het is 1992 tijdens de uitreiking van de Koninklijke Subsidie in het Paleis op de Dam en Budding draagt een T-shirt met pontificaal het staatsieportret van Beatrix op zijn borst. Een speelse provocatie.
Bij dit ironische gebaar zou je een schilder verwachten die grossiert in humoristische, figuratieve voorstellingen waarin de werkelijkheid niet zo au serieux wordt genomen. Het tegendeel was waar. Het schilderij waarmee Allard Budding de Koninklijke Subsidie won is een groot doek - 190 x 273 cm – dat bestaat uit een abstracte, grafische voorstelling met een compositie van onderbroken ‘regels’ en fragmenten van blokpatronen. Vlekkerig geschilderde groene, oranje, paarse en beige vlakken woekeren op het doek. Het is een fascinerend schilderij. Wat bij de eerste aanblik een vrij heldere geometrisch structuur lijkt, wordt bij beter kijken steeds complexer, totdat je verstrikt raakt in een doolhof van onafgemaakte horizontale lijnen, blokken die schijnbaar willekeurig in de compositie staan en kleurvlakken met een eigen wil. Je ontdekt steeds meer.
Het doek uit 1991 is een pars pro toto voor veel van Budding’s composities: structuren die een eenduidig voorkomen hebben, maar bij zorgvuldig kijken een fascinerende complexiteit krijgen. Alsof we kijken naar zinnebeelden van maatschappelijke structuren die gevat zijn in het geometrisch patroon van archetypische schema’s. Het schilderij uit 1991 als een op hol geslagen ‘spreadsheet’. Andere werken als de abstractie van het zuigersysteem in een auto, of de elektrische verbindingen binnen een apparaat, de technische tekening van een ingewikkelde machine, de ietwat vervormde dwarsdoorsnede van een locomotief. Associaties te over, maar niet één concreet.
Op 10 december 2017 liet Allard Budding het leven, 54 jaar oud. Na het winnen van de Koninklijke Subsidie in 1992 kreeg zijn kunstenaarscarrière jammer genoeg geen grote vlucht, maar bleef hij gelukkig wel schilderen. Naar zijn bronnen blijft het gissen. Jeugdvriend Henk Johannes van den Heuvel schreef een in memoriam vol anekdotes uit hun schooltijd. De fascinatie voor het Dadaïsme die beiden begin jaren tachtig deelden – en praktiseerden in ‘acties’ – verraadt een voorliefde voor het absurde als vaststaand gegeven in het leven. Met een pleister op de mond bij een mondeling Nederlands het werk van Paul van Ostaijen ‘uitleggen’, toont een ironische vindingrijkheid die als een prelude kan worden gezien op de T-shirt-actie bij Hare Majesteit. De liefde voor wrijflettervellen vol pijlen, stippellijnen, blokken en rondjes die Budding ontwikkelde bij het maken van de schoolkrant, wijst vooruit naar de patroonschilderijen waar hij zijn werkzame leven aan zou wijden.
Schilderijen die – in al hun complexiteit – wat de schilder betreft niet op de pijnbank van een uitleg moesten worden gelegd. Of, zoals Van den Heuvel het beschrijft: ‘ Vroeg je naar de betekenis van zijn werk dan zweeg hij of maakte hij je ergens mee aan het lachen. Allard was een tamelijk consequente en tamelijk radicale nominalist. Hij was zich sterk bewust van de onmacht van de taal. Woorden waren voor hem slechts etiketten. Het ging hem vooral om de inhoud van de fles. En die moest je ervaren. Beter nog: genieten. “Individuum est ineffabile”, wist hij als gymnasiast, “het individuele is ongrijpbaar, onuitsprekelijk.” ‘
De wereld bestaat uit visuele ‘tekens’, in uiteenlopende vormen van abstractheid. Schema’s, formulieren en (technische) werktekeningen, maar ook verkeersborden, bewegwijzering, plattegronden, wiskundige formules, grafieken, spelletjesborden en celstructuren. Budding gooide die in de mixer van zijn verbeelding en creëerde er zijn eigen tekenschrift mee. Een wondere wereld van lijnen, cirkels, onregelmatige vormen en zelfverzonnen patronen, wortelend in de realiteit om ons heen, maar zo persoonlijk dat ze de ‘mental map’ van een eigen wereld zijn.
Robbert Roos, directeur Kunsthal KAdE, Amersfoort
http://www.allardbudding.nl